Deze grenzen zijn te bepalen door zichtbaar te maken wat een mens, dus ook wetenschappers, niet kunnen weten omdat het buiten het vermogen van het denken ligt.
- We kunnen niet weten wat er in de toekomst gaat gebeuren.
- We kunnen niet weten wat een ander denkt of voelt.
Ad 1: De toekomst bestaat alleen in ons denken. In de werkelijkheid heeft de situatie nog niet plaatsgevonden. Om die reden is elke toekomstgerichte gedachte een fantasie, die wij dikwijls niet als zodanig herkennen. Elke toekomstgerichte fantasie is 1 mogelijkheid. Wanneer je dat beseft bestaat de toekomst dus uit mogelijkheden. Dat is de grens van kunnen weten en daarmee een filter voor uitspraken die worden gedaan. Uitspraken en gedachten die over deze grens gaan zijn dus geen feiten.
Ad 2. We kunnen niet weten wat een ander denkt en voelt is het tweede onderdeel van het filter, herkenbaar in een uitspraak als: ‘dat begrijpen de mensen wel’. Omdat je niet kunt weten wat een ander denkt is dat geen feit dus ook een niet herkende fantasiegedachte.
Feiten
Een feit worden in Van Dale omschreven als: Gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat.
Minister Dijkgraaf (OCW) hield een lezing met als thema ‘Wanneer kennis kritiek wordt’. Deze vond plaats op 11 maart 2022 in Leiden.
In deze lezing ging hij ook in op het begrip feiten.
Als we weerbaar willen zijn als samenleving, neem het dan op voor de feiten’. ‘Als we al die destructieve en intimiderende krachten willen keren, neem het dan op voor de feiten’. ‘En als je net als ik voelt dat onze toekomst afhankelijk is van al die onderzoekers, neem het dan op voor de feiten’. ‘Want hoe vaak die feiten ook voor zich spreken… net zo vaak wordt er niet naar ze geluisterd’. ‘Ga daarom samen met mij voor de feiten staan en bescherm zo onze wetenschappers’.
Denken binnen de grenzen van ons denkvermogen
Daar zitten de feiten. Het weten. Beredeneren. Onderbouwen. Het speelveld van het denken. Daar ligt voor de mens de mogelijkheden om te kunnen weten. Voor de mens, dus ook voor de wetenschappers.
Denken buiten de grenzen van ons denkvermogen
Daar zitten de fantasieën. De toekomstgerichte overtuigingen. De inschattingen. Geloven in bredere zin. Het kan niet anders dan. Het niet het kunnen weten.
Een wetenschapper die zegt dat hij of zij denkt te weten hoe iets loopt, wat deze verwacht, hoe iemand zal reageren of wat mensen voelen, zegt dat onbewust niet als wetenschapper maar als de mens achter de wetenschapper. Je hoort dan een persoonlijke mening.
Dat deze mening ook overkomt als wetenschap is begrijpelijk omdat deze wordt uitgesproken door een wetenschapper. Daarmee wordt de wetenschapper kwetsbaar. Door een ongefilterde uitspraak. Deze denkt dan te weten en bevindt zich daarmee buiten het speelveld van het denken. Buiten het vermogen om te kunnen weten.
In de Coronatijd werd de wetenschap steeds meer zichtbaar. Op tv, in de kranten, praatprogramma’s, overal dook wel weer een wetenschapper op. Afwisselend met feiten en vervolgens een eigen mening of verwachting. Dat laatste zorgde voor verwarring wanneer een uitgesproken verwachting niet uitkwam.
De vermenging van de wetenschap en de politiek
Mede door de media is de rol van de wetenschap in de politiek steeds groter geworden. Twee werelden die bestaan uit het weten van de wetenschap en het geloven van de politiek. Dat bijvoorbeeld de marktwerking alles oplost is een geloof. Geen weten.
Een mix die ontstaat met deze samenwerking vertroebelt beide partijen. Het gaat ten koste van het zuivere weten. De mix is wat de wetenschap nog verder van de mensen afbrengt. Wat een wetenschapper zegt moet namelijk wel kloppen.
Een voorbeeld is het CBS. Deze instantie van Economische zaken richt zich op het leveren van feiten aan de regering zodat deze op grond van deze feiten beleid kan maken.
Vanaf 1997 onderzoekt het CBS hoe gelukkig of ongelukkig Nederlanders zijn. Op 7 april jl. zijn de laatste cijfers van 2021 gepubliceerd. Hierbij werd zowel de geluk cijfers als de tevredenheidscijfers naast elkaar gezet. Deze zijn onder deze link te zien. https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/82634NED
Het onderzoek omvat ± 13 miljoen van de 17½ miljoen Nederlanders.
Ongelukkig 3,3% = 429651 mensen
Niet gelukkig en niet ongelukkig 10% = 1,3 miljoen
Gelukkig 86,4% = 15 miljoen.
Dat zijn dan ook feiten die de politiek meeneemt in het beleid. Het is een voorbeeld van de vermenging van de politiek met de wetenschap. Met het in twijfel trekken van de cijfers ontkent men de wetenschap.
Het is juist de wetenschap die het meest belang heeft bij een duidelijke grens tussen weten en geloven. Die duidelijke grens vormt mede het bestaansrecht van de wetenschap. Een bestaansrecht wat steeds meer onder druk komt te staan door het feit dat wetenschappers zich steeds meer begeven op het gebied wat buiten hun denkvermogen ligt. Het gebied van het denken te weten.
Daarom de oproep aan de wetenschap. Blijf binnen de grenzen van het denkvermogen.