Jouw belevingswereld
Het zijn niet alleen de omstandigheden die je gevoel bepalen en waar je dus niets aan kunt veranderen.
Het gevoel wordt voor een groot deel bepaald door de manier waarop het brein op die situaties reageert en daarmee de manier waarop je erover denkt.
In het dagelijks leven overtuigen we onszelf met allerlei uitspraken zoals ‘het wordt niets’ of ‘ik weet precies hoe hij gaat reageren’ of ‘het komt wel goed.’ Daarmee zoeken we zekerheid en houvast, maar in feite komen we in een schijnwereld terecht. Want we denken te kunnen weten hoe iets in de toekomst zal verlopen maar dat is niet de werkelijkheid. En we denken te kunnen weten wat een ander denkt of voelt maar ook dat is niet de werkelijkheid.
Onze manier van denken is aangeleerd
We denken in taal, die is opgebouwd door codes die door de mens zijn ontwikkeld. Deze codes worden verder ontwikkeld en doorgegeven van generatie op generatie.
Denken doen we zoals we het geleerd hebben van onze ouders en andere mensen uit onze jeugd. Dit geldt voor het aanleren van de codes en voor de manier van denken. Het gebruik van de codes. Onbewust gaven ouders of opvoeders de fouten in hun manier van denken door en zo gaat het terug via de voorouders. Daarbij was en is de mens zich niet bewust van de beperkingen van ons denken waardoor de mogelijkheden begrensd zijn.
De ontdekking
Twee begrenzingen van het denken vormen de context voor onze gedachten. Het speelveld van ons denken. Alleen binnen die grenzen kunnen we weten. De grenzen zijn zichtbaar gemaakt door wat wij mensen niet kunnen met ons denken.
- Je kunt niet weten wat er in de toekomst zal gaan gebeuren. De situatie heeft nog niet plaatsgevonden
Elke toekomstgerichte gedachte is een fantasiegedachte die enkel één mogelijkheid aangeeft van een toekomstige situatie. Die gedachte roept een gevoel op. Dan voelt de mens het effect van zijn eigen fantasiegedachte. Waneer het een beangstigende fantasiegedachte is, is dat een deel van het leed.
Het verleden bestaat uit herinneringen. Gedachten aan het verleden roepen een gevoel op. Dan voelt de mens de effecten van gedachten die herinneringen aangeven. Ook nu geldt wanneer het geen prettige ervaring was, is dat een ander deel van het leed.
- Je kunt niet weten wat een ander denkt en voelt
Een gedachte die aangeeft dat je wel kunt weten wat een ander denkt en voelt is ook een fantasiegedachte. Daarmee is het ook niet mogelijk om te weten hoe een ander zal gaan reageren. Ook deze begrenzing brengt de mens uit evenwicht. Angsten en onzekerheid zijn hier voorbeelden van.
Met de twee omschreven begrenzingen is een absolute grens duidelijk tussen kunnen weten en niet kunnen weten. Tussen kunnen ‘weten en geloven’. Tussen ‘kunnen weten en inschatten’. Tussen ‘weten en denken te weten’.
Drie soorten gedachten die de denkrichting bepalen en de mens uit evenwicht brengen
Het zijn gewone alledaagse gedachten:
- Vragen
- Overtuigingen
- Fantasiegedachten
Drie soorten gedachten, drie kerngedachten
Wat kan je met dit verhaal?
Soms kun je een situatie niet veranderen, wel hoe je erover nadenkt
- Je kan je manier van denken sterk verbeteren, door je bewust te worden van je gedachten
- Je verleden een plaats geven en ervan leren voor de toekomst
- Je gedachten checken met de drie kerngedachten. Op deze manier coach je jezelf. Waar en wanneer je dat wilt.
- Stress bouw je op met gedachten. Door de herkenning van één van de kerngedachten in het denkproces kun je het stoppen
- Piekeren bouw je op met gedachten. Door de herkenning van één van de kerngedachten in het denkproces kun je het stoppen
- Je wordt met deze kennis niet meer zomaar overheerst door je eigen gedachten. Je krijgt er meer invloed op.
- Er is meer mogelijk dan je nu denkt. Leren denken in mogelijkheden 5+1. Leren creatiever te denken.