Met de stelling, we leven al in het nu alleen ons denken weet dit niet, opent zich een nieuwe weg. Anders dan de weg van meditatie waarmee we in het nu proberen te komen, is het de weg van die gedachten herkennen die ons uit het nu halen. Een andere invalshoek. Niet beter, misschien het beste te omschrijven als een westerse manier om in het nu te komen.
Ons lichaam en alles om ons heen blijft in het nu
Dat is de werkelijkheid. Het is ons denken dat alle kanten opschiet. Het is dan ook ons denken dat moet leren om zo veel mogelijk in het nu te blijven of daar terug te keren. Dit kan door ons bewust te zijn van de grenzen van het speelveld van ons denken. Dan zijn, wat wij denken over het verleden en de toekomst, gedachten en (nog) niet de werkelijkheid. Gedachten en werkelijkheid lopen nu nog door elkaar.
Situaties komen op ons af en het enige wat wij ermee kunnen doen is er zo goed mogelijk mee omgaan
Daarin zit onze keuze. Dit betekent niet het kiezen voor een leven zonder initiatieven. Integendeel. Het is het kiezen voor denken in mogelijkheden, zonder de uitkomst te weten. Het is het onvoorspelbare van de toekomst en van wat anderen denken, die elke zekerheid weghalen. Dat is de werkelijkheid voor ons. Een werkelijkheid waarmee wij kunnen leren om er zo goed mogelijk mee om te gaan.
We zoeken de veiligheid van de voorspelbaarheid. Iets wat in de werkelijkheid niet te vinden is.
Wij zijn meer dan onze gedachten, maar dat zijn we vergeten door ons denken. We zijn ons denken geworden, terwijl ons denken niets anders is dan de code die we als mens gebruiken. Ooit bedoeld als overlevingsmechanisme is het gereedschap de identiteit geworden.
Het lijkt erop dat we de werkelijkheid niet aankunnen
Het lijkt erop dat vooruit kunnen denken niet alleen bedoeld is om ons verder te ontwikkelen, maar ook om ons te beschermen. We beschermen ons tegen de werkelijkheid.
En dan even de fantasie dat we in de werkelijkheid gaan leven. Dat we beseffen dat het verleden voorbij is en de toekomst nog moet komen. Dan kunnen we gaan we leren van gebeurtenissen uit het verleden. Dat verleden is immers voorbij en dus geen werkelijkheid, maar een herinnering. Herinneringen geven we een plaats. Steeds met het besef dat de gebeurtenis in ons geheugen zit. Daarbuiten bestaat die gebeurtenis niet meer.
We leren dus van de herinneringen die we krijgen of ophalen en geven deze herinneringen een plaats. Zelfs de meest verschrikkelijke herinneringen proberen we een plaats te geven, met daarbij gelijk de kanttekening dat verlies en trauma’s verwerking vragen.
Wat heb ik daarvan geleerd? vraag jij je af bij een herinnering
En je bedenkt iets waar je voor de toekomst wat aan kan hebben. Bijvoorbeeld eerder reageren. Elke keer als je die herinnering weer hebt, zeg je: bedankt, ik heb al geleerd om eerder te reageren. Zo her- programmeer je jouw herinneringen waar je last van hebt. Hetzelfde doe je met mensen. Ik heb al geleerd om niet zo snel ja te zeggen, bedankt. De herinnering gaat weg, de les blijft. Het effect is dat je steeds minder herinneringen hebt die jou beïnvloeden. Je kan ze wel ophalen, maar ze komen minder spontaan op.
Met de herinnering komt meestal ook een gevoel. Het gevoel van toen en niet van nu. Je voelt nu, bij een herinnering, het gevoel van toen. Vreemde gedachte, maar dat is wel wat er gebeurt.
Uit het Gedachten Analyse Programma (GAP).